Ik ben Dietmer,
Ik ben opgegroeid in Friesland op het bruisende boerenfamiliebedrijf van mijn ouders, samen met mijn twee jongere broers.
Op de boerderij heb ik veel vrijheid ervaren en veel geleerd, bijvoorbeeld het fijne en belonende gevoel van teamwork
en dat hard werken loont. Daarnaast is ‘denken vanuit mogelijkheden en oplossingen’ mij met de paplepel ingegoten.
Van jongs af aan heb ik een grote liefde en fascinatie voor de natuur.
Het werd mij als kleine jongen al snel duidelijk dat ik boer wilde worden. Dit verlangen zit tot de dag van vandaag diep in mij geworteld.
Na mijn afstuderen als 'melkveehouder', kreeg ik vraagtekens bij de landbouw van tegenwoordig, de moderne voedselindustrie en de maatschappij. Ik ging mij hierin verdiepen en kreeg nieuwe inzichten.
Het heeft mijn kijk op de wereld veranderd en mij tot de persoon gemaakt die ik nu ben.
Deze inzichten maken dat ik een 'Oerboer' wil zijn en terugga naar de basis. Dit betekent voor mij:
een evenwichtige samenwerking met de natuur.
De moderne voedselindustrie
Door mijn vele zelfstudie in veevoeding wist ik dat voeding en welzijn een direct verband met elkaar hebben. Ik besefte dat dit voor mijzelf ook zo werkt en mijn interesse voor menselijke voeding begon te groeien. Al gauw ontdekte ik dat de huidige voedselindustrie niet draait om gezond voedsel. Vrijwel alles wat je in supermarkten koopt zijn bewerkte producten, opgevuld met (goedkope) grondstoffen, kleurstoffen, smaakstoffen en conserveringsmiddelen. Daarnaast bevat het (resten van) pesticiden en andere schadelijke stoffen. Dit alles om zo veel, goedkoop, lang houdbaar, makkelijk, mooi en aantrekkelijk mogelijk te laten zijn en de consument hiermee te verleiden tot aankoop. Niks hiervan levert enige bijdrage aan onze gezondheid en veel mensen zijn zich hier niet van bewust. Door de weg naar goedkoop voedsel, schaalvergroting en de misleiding in de supermarktketens, dwalen we steeds verder af van gezonde voeding. Gezondheid zou prioriteit één moeten zijn. Bewerkt voedsel staat in verband met veel ziektes en aandoeningen van deze tijd. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken moeten we ‘terug naar de boerenbasis’: Puur en zo min mogelijk bewerkt voedsel, zoals moeder natuur het heeft bedacht.
Hoe pas ik dit zelf toe?
Toen we tot deze inzichten kwamen, hebben we onze levensstijl veranderd. We verbouwen onze eigen groenten, kopen lokaal grasgevoerd rundvlees, drinken rauwe melk, maken onze eigen yoghurt en kaas, houden kippen en kwartels voor eieren en vlees, maken bouillon van hun botten, bakken ons eigen zuurdesembrood van zelfgemalen oer-granen en vermijden zoveel mogelijk bewerkt voedsel.
En het resultaat?
We merken duidelijk sprongen vooruit in onze gezondheid. We hebben meer energie, slapen beter, hebben minder stress, voelen ons vrolijk en opgewekt, zijn minder vaak ziek en sneller opgeknapt.
De moderne landbouw
“Terug naar de boerenbasis”. Ik besefte dat dit ook geldt voor het boerderijleven. Het oorspronkelijke rantsoen voor een koe is geen mais, soja en reststromen van onze voedselindustrie, maar zichzelf kunnen voorzien van kruidenrijk voedsel in een weide. Zo hebben melk en vlees van een grasgevoerde koe, een wel achtmaal gunstigere vetzuursamenstelling dan reguliere melk. Ook bevat grasgevoerde melk meer mineralen en vitaminen. Maar hier stopt het niet, want ook het productieproces doet veel met de voedingswaarde. De melk in de reguliere voedselindustrie wordt gecentrifugeerd, waarbij de room van de melk wordt gescheiden. Het wordt gestandaardiseerd, waarbij elke batch melk de zelfde inhoud aan vet en eiwit krijgt. Het wordt gepasteuriseerd, om bacteriën te vernietigen en vervolgens gehomogeniseerd, zodat de room niet op de melk gaat drijven. Kortom… niet echt oorspronkelijk’ meer. Het is dan ook geen wonder dat er steeds minder mensen melk kunnen verdragen en dat er discussie ontstaat over de gezondheid van zuivel.
Onze dieren lopen in de wei, geven A2A2 melk en eten enkel gras, kruiden, Keltisch zeezout en een handvol brokken per dag.
Een paar dagen na het afkalven beginnen met de koeien te melken, de schapen en geiten melken we wanneer hun lammeren 2 maanden oud zijn.
We houden vier gehoornde Blaarkoppen met hun kalveren, één gehoornde Fries roodbont met haar kalf en één Holstein Friesian.
De Blaarkop is een geregistreerd zeldzaam oer-runderras.
De Blaarkop heeft een vriendelijk karakter en is erg sober.
Al onze koeien geven A2A2 melk met een hoog eiwitgehalte. De Blaarkop heeft gemarmerd vlees van uitstekende kwaliteit.
We houden zeven Friese melkschapen met hun lammeren.
Het Friese melkschaap is een geregistreerd zeldzaam oer-schapenras. Het Friese melkschaap is erg vriendelijk en heeft uitstekende moedereigenschappen.
Ze geeft relatief veel melk en relatief weinig vlees, beide van zeer goede kwaliteit. Vergeleken met koe- en geitenmelk heeft schapenmelk een hoger vet- en eiwitgehalte, wat bijdraagt aan een romige textuur en volle smaak. De smaak van schapenvlees kan variëren van mild tot intens, afhankelijk van de leeftijd van het dier en bereiding.
We houden 14 Toggenbruger geiten en één Toggenburger ram.
De Toggenburger is een geregistreerd zeldzaam oer-geitenras.
De Toggenburger staat bekend om zijn vriendelijke karakter en soberheid.
Haar melk staat bekend om zijn milde en licht zoete smaak. Het vlees is smaakvol: een unieke, licht zoete smaak die vaak wordt vergeleken met lam, maar het is over het algemeen malser en minder vet.